Rijden in de bergen: net even iets anders
Rijden in de bergen is iets heel anders dan rijden in ons vlakke land. Je auto heeft het bergop veel zwaarder, waardoor je bijvoorbeeld op andere momenten moet schakelen dan je gewend bent. Ook bergaf moet je op een aantal dingen letten om je auto te sparen en veilig in het dal aan te komen.
Tips bergop
1. Rij op volle toeren
Anders dan de lage toeren bij het nieuwe rijden, moet je in de bergen juist toeren maken. Rij je in een te hoge versnellingen (= laag toerental) de berg op dan raakt je motor oververhit. Kies dus een lagere versnelling (= hoog toerental) om oververhitting te voorkomen. Je zit in de juiste versnelling zolang je nog kunt versnellen. Schakel terug als je auto bij vol gas niet meer versnelt of zelfs vertraagt.
2. Spaar je koppeling
Een slippende koppeling veroorzaakt slijtage en in het ergste geval een verbrande koppelingsplaat. Nou kun je een slippende koppeling – zeker als je bergop vanuit stilstand optrekt - niet voorkomen, maar beperken kun je het wel. Bijvoorbeeld door in een file de afstand op je voorligger te vergroten en het gat vervolgens in 1 keer dicht te rijden.
3. Koel je motor
Door de extra belasting bergop kan je motor oververhit raken. Zie je dat de temperatuur te ver oploopt, zet dan de airco uit zodat de motor meer van de koeling kan gebruiken. Je kunt ook de kachel en blower vol open zetten om warmte af te voeren. Werkt dat niet, zet dan de auto langs de kant van de weg en laat hem afkoelen.
Tips voor bergaf
Rem zoveel mogelijk op de motor
Rem zoveel mogelijk af op de motor om overmatige slijtage aan of oververhitting van je remmen te voorkomen. De vuistregel is dat je bergaf in dezelfde versnelling rijdt als berg op. Je zit in de goede versnelling als de auto afremt als je je voet van het gas haalt.
Als je toch moet remmen
Houd de rem niet constant ingedrukt als je bij moet remmen. Je kunt beter kort stevig remmen voor een bocht en je remmen daarna loslaten om laten af te koelen dan het rempedaal de hele tijd ingedrukt te houden. En rij nooit in z’n vrij naar beneden, zet je auto altijd in een zo laag mogelijke versnelling.
In z’n D(rive) schakelt de auto bergop te snel door en remt bergaf niet op de motor. Kies dus altijd voor de speciale bergversnelling. Afhankelijk van het automerk is dat de 1, 2 of 3.