Alles over het gebruik van sneeuwkettingen

Je bent er bijna, maar voor die laatste haarspeldbochten heb je toch echt je sneeuwkettingen nodig. Misschien was het toch handiger geweest als je ze er wat eerder had omgelegd, op een veilige plek wat lager in het dal? En hoe monteer je die kettingen eigenlijk? Met deze 13 tips voor het gebruik van sneeuwkettingen houd je grip in iedere situatie.

1. Leg de kettingen er thuis eens om, een beetje oefenen kan geen kwaad.

2. Neem werkhandschoenen mee om bevroren vingers te voorkomen.

3. Neem een zeil of juten zak mee of gebruik de voetenmat uit je auto voor een droge ondergrond tijdens het monteren.

4. Leg de sneeuwkettingen op een gemakkelijk bereikbare plek in je auto.

5. Monteer de sneeuwkettingen op tijd, liefst op een veilige parkeerplaats.

6. Neem een zaklamp mee, op de een of andere manier is het altijd donker als je de sneeuwkettingen er om moet leggen.

7. Monteer de sneeuwkettingen op de aangedreven wielen, anders blijf je slippen.

8. Rij je bergaf, monteer dan de sneeuwkettingen - ook bij een auto met achterwielaandrijving! - op de voorwielen. Dan heb je grip als je af moet remmen of een bocht moet maken.

9. Ook voor een 4x4 is 2 sneeuwkettingen voldoende. Monteer ze op de heenweg achter en op de terugweg voor. Kijk altijd in de gebruiksaanwijzing welke wielen de meeste aandrijfkracht hebben.

10. Controleer na een paar meter of de sneeuwkettingen nog strak om je banden liggen.

11. Rij maximaal 40 km/h met sneeuwkettingen.

12. Voorkom overmatige slijtage door de sneeuwkettingen er tijdig af te halen.

13. Spoel de sneeuwkettingen na gebruik af met warm water en laat ze goed drogen voor je ze opbergt.